De vitale functies

 Stoornissen in de vitale functies kunnen het gevolg zijn van:

 

1. een geheel of gedeeltelijke afgesloten luchtweg

Bijvoorbeeld door:

  • bloed, braaksel of speeksel;
  • de tong (bij een bewusteloos slachtoffer dat op zijn rug ligt);
  • een vreemd voorwerp;
  • zwelling als gevolg van letsel, het inademen van hete lucht of prikkelend gas;
  • ophanging of wurging;
  • astma.

 

2. een onvoldoende werking van de longen

Bijvoorbeeld door:

  • oppervlakkig ademen bij pijn door gebroken ribben;
  • een doordringende borstwond;
  • verdrinking of bedelving;
  • beschadiging van de hersenen of het ruggenmerg;
  • stoornissen in de bloedsomloop.

 

3. een onvoldoende werking van het hart

Bijvoorbeeld door:

  • een hartinfarct of stoornissen in het hartritme;
  • veel bloedverlies;
  • een electrische schok;
  • beschadiging van de hersenen of het ruggenmerg;
  • stoornissen in de ademhaling.

 

4. onvoldoende bloed in de bloedvaten

Bijvoorbeeld door:

  • een inwendige of uitwendige bloeding;
  • uitdroging;

 

5. een gestoordsturing vanuit de hersenen

Bijvoorbeeld door:

  • schedelhersenletsel;
  • een hersenbloeding of een beroerte;
  • vergiftiging;
  • oververhitting;
  • onderkoeling;
  • suikerziekte;
  • epilepsie;
  • een electrische schok;
  • stoornissen in de ademhaling of bloedsomloop

 

Bron: Oranje kruis boekje - Officiele handleiding tot het verlenen van Eerste Hulp. Auteur W. Henny Vierentwintigste druk, zesde oplage ISBN 9006920150 en 10voorbiologie.nl (plaatje)